maandag 21 september 2009

De Schat Der Vrijmetselaars

Dit is een stukje in een avonturenverhaal. Ik heb er voor gekozen om ergens midden in het verhaal met de deur in huis te vallen en heb daarom een kleine 'wat voorafging' geschreven. Elke gelijkenis met bestaande personen berust uiteraard op toeval...

Wat Voorafging: Hans en PJ zijn twee vrienden. Ze hebben een nieuwe hobby ontdekt: Geo-Cache. Ze zoeken raadsels op op internet waarbij coördinaten voor een locatie worden opgegeven. Op die locaties zijn dozen of doosjes te vinden waarin een lijstje zit waarop ze hun naam moeten schrijven. Hoe meer doosjes je vindt, hoe beter je bent in het spel.
Op een dag vinden Hans en PJ in zo’n doos een blad met verschillende tekens. PJ kopieert het blad met zijn handkopieermachine die hij steeds bij de hand heeft (‘Je weet maar nooit wanneer je zoiets kan gebruiken’). Na vijf dagen ontcijferen ze de code die blijkt te verwijzen naar een nieuwe geo-cache die nergens geregistreerd staat. Op die plaats vinden ze opnieuw een gelijkaardig papier. Zonder het gebruikelijke lijstje weliswaar. Hans en PJ voelen dat ze iets op het spoor zijn.
Maar er beginnen ook vreemde dingen te gebeuren. PJ’s credit card is voor een tijdje geblokkeerd geweest en van verschillende mensen hebben ze gehoord dat twee mannen in zwart pak naar hen hebben geïnformeerd. PJ doet wat opzoekingswerk en ziet dat de tekens veel gelijkenissen vertonen met de symboliek van de vrijmetselaars...

Op dit punt in het verhaal vinden we Hans en PJ terug in Engeland, in Bristol.


‘Tweehonderd vijftig meter op negen uur.’ PJ opende het linkerraampje aan de achterbank en keek naar de zilveren reflectie van de maan op de rivier die naast de weg liep.
Hans haalde zijn voet van het gaspedaal. ‘Ik kan hier niet naar links!’ Zijn ogen tuurden de oever af. Een driehonderdtal meter verder zag hij het duistere silhouet van een voetgangersbrug afsteken tegen de oranje gloed van de straatverlichting. Recht tegenover de brug hing een verlicht bordje waarop hij het woord ‘pub’ kon onderscheiden. Ervoor was een parkeerplaats.
Hans schakelde weer naar derde versnelling, liet de zwarte Renault Clio een laatste spurtje maken en met gierende banden liet hij de wagen tot stilstand komen tussen de witte lijnen.
Een oude grijsaard met een lange baard en daarin nog enkele resten van de fish & chips die hij drie dagen ervoor had gegeten staarde naar de twee jongemannen die hij uit de wagen zag springen en het voetgangersbrugje zag oprennen. Hij nam nog een slok van zijn driekwart lege pint en strompelde weer naar binnen.

PJ en Hans baanden zich intussen een weg door de woonwijk aan de andere kant van het brugje lag. Het flauwe schijnsel van de weinige straatlantaarns deed PJ wat ongerust om zich heen kijken en na de gebeurtenissen in Londen probeerde hij zo veel mogelijk Hans en zichzelf uit het zicht van de vele CCTV camera’s te houden.
‘Nog vijftig meter.’ PJ liet zijn blik glijden over een tweede rivier die zich links en rechts van hen uitstrekte. Duizenden oranje, rode en groene lichtjes schitterden aan de kade en reflecteerden op het oppervlak. Een eindje verder splitste de rivier in twee en boven de splitsing torende een futuristische stalen constructie uit.
‘Natuurlijk!’ Hans probeerde te fluisteren maar kon het enthousiasme in zijn stem moeilijk verbergen. ‘De Floating Harbor van Bristol. Aangelegd tussen 1804 en 1809 door William Jessop.’
PJ keek hem vragend aan.
‘Zie je het dan niet, PJ? Jessop heeft ook de West India Docks in Londen en het Grantham Canal gebouwd. Hij was ook twee keer burgemeester in Newark!’
PJ bleef in gedachten verzonken. ‘Dus het is de derde keer dat we bij een constructie van Jessop uitkomen. En hij heeft ook lange tijd in de City Hall van Newark doorgebracht.’
‘Ik ben er bijna zeker van dat Jessop de “architect van het grootoosten” is. Morgen zoeken we het uit. Maar nu moeten we eerste de cache vinden.’ Hans nam de GPS uit PJ’s hand en volgde de pijl. Hij liep recht op de kade af.
‘Hans! Wacht!’ siste PJ tussen zijn tanden.
Hans draaide zich verstoord om.
‘Muggles.’ PJ wees met zijn duim naar een open raam in één van de huizen. Er brandde licht en twee meisjes stonden te kletsen in wat waarschijnlijk de keuken van het huis was.
Hans keerde terug tot bij PJ. ‘We zijn toch gewoon twee toeristen die de floating harbor komen bekijken.’
‘Ok, maar wees toch voorzichtig.’
‘Je ziet spoken PJ. Achter iedere hoek zit volgens jou een vrijmetselaar. Kom nu maar gewoon mee. De locatie is daar aan die kade.’

PJ was er nog steeds niet gerust in maar besloot zijn mond te houden en Hans te volgen naar de kade. Ze daalden langs een schuine helling af tot vlak bij het water. Hans hield halt. ‘Hier moet het zijn.’
Ze stonden op een perfect afgewerkt plankier. Nergens een hoekje of een spleetje. Waar kon je hier in godsnaam een container van twintig bij tien centimeter verbergen?
Dan schoot PJ plots naar voor in de richting van het water. Hij viel op zijn knieën en bestudeerde de zijkant van de kademuur. Nog geen twee seconden later trok hij aan een kabel die gespannen was tussen twee oogvijzen. Drie meter naast hem sprong een fluo gele cilinder die met een koordje aan de kabel hing naar boven. PJ stroopte zijn mouw verder op, volgde de kabel met zijn hand en legde en de cilinder op de kade.
‘Gevonden!’ Hij haalde zijn bekende grijns weer boven en wilde aan zijn baardje krabben tot hij plots de stank van het water merkte die via zijn hand dichter bij zijn neus kwam.
Hans kon een klein gegrinnik niet onderdrukken maar zijn aandacht ging meteen daarna weer naar de container.

Hij was er net naast geknield toen er een fel schijnsel op viel. Hans en PJ draaiden hun hoofd en keken in de schijnwerper die nu in het open keukenraam stond. Van de twee meisjes van daarnet was geen spoor.
‘Heren, dat zal volstaan,’ sprak een stem van uit de keuken. Ondertussen kwam een smoezelige bebaarde man op hen af. Hans herkende meteen de dronkaard van aan de pub. In zijn hand hield hij een lang voorwerp dat verdacht veel op een geweer leek. Hij hoorde de droge klik van een zich opspannende haan.
Wat toen gebeurde speelde zich af in niet meer dan anderhalve seconde. PJ haalde zijn zakmes uit zijn achterzak, stortte zich op de gele container en liet zich in het water rollen terwijl hij het koordje doorsneed.
De bebaarde man merkte het te laat op en liep achter PJ aan. Hij vuurde twee schoten af in het water. Hans sprong recht en gooide zich met een tijgersprong op de schutter. Vanuit het keukenraam klonk een derde knal, gevolgd door een stekende pijn in zijn schouder. Net voor alles zwart werd voor zijn ogen kon hij nog net de rode pluimpjes onderscheiden van het pijltje in zijn schouder.


2 opmerkingen:

Anneke zei

al lachende over de grond aan het rollen...

Jolien zei

ik vind het toch maar eng... :-s